Net als het grootste deel van Salingers proza verschenen ook deze twee langere verhalen oorspronkelijk in The New Yorker, ze werden gezamenlijk gebundeld in een uitgave in 1963.
Het is het laatste boek dat Salinger ooit publiceerde, hoewel hij hierna nog wel een langer verhaal in tijdschriftvorm publiceerde. Beide verhalen worden verteld door Buddy Glass, de twee-na-oudste zoon uit de beroemde familie, en spelen zich af tijdens een periode van verlof uit het leger als hij het huwelijk van zijn broer Seymour (die zelfmoord pleegt in ‘Een perfecte dag voor bananenvis’) bijwoont. Het tweede verhaal is een poging van Buddy om zijn broer Seymour aan de lezer voor te stellen. Salinger schreef het in een stream-of-consciousness, en raakte daarbij veelvuldig aan het zen- en hindoeboeddhisme.