Een dode man onder de herfstige appelbomen. Nog wel in Brussel. Zijn keel is overgesneden. Van het moordwapen ontbreekt elk spoor. Een kettingrokende commissaris en een al even kettingrokende inspecteur zwerven heen en weer tussen de rijkste villawijken en de grauwste buurten van de stad. Wie deed het? De beeldschone echtgenote? De puberale popzanger? De zwaar verbetaalde CEO? Een brutaal ontslagen arbeider? Een fundamentalist misschien? Of ligt dat laatste te zeer voor de hand? De zoektocht is even spannend, absurd en chaotisch als de stad zelf: Brussel, onvoorspelbaar in zijn talrijke talen, vage dreiging in zijn straten, spot alleen kan je redden. Satirisch, bij flarden grimmig, bij flarden hilarisch. Kortom, een intens Brussels speurdersverhaal.